De geniale vriendin / Lezen

Blog

boris-ferrante-defIk lees geregeld boeken die de hemel in geprezen worden, waar ik me vervolgens met moeite doorheen worstel. Of na het lezen weer vergeet, alsof ik ze nooit gelezen heb. Zoals ‘Godin, Held,’ van Gustav Peek. Een verhaal dat je achterstevoren leest. Het begint bij het einde van een relatie, en eindigt bij het begin van die levenslange liefde. Die zin moest ik zelf ook een paar keer lezen, maar hij klopt toch echt. Ja zeker, Peek kan schrijven. Maar er wordt gemasturbeerd met een onderbroekje onder de neus en er hangt een Hollandse mist over het verhaal, waar de liefde treurig doorheen sijpelt, zo van ‘zo is het en het leven is nu eenmaal niet meer dan dat, en de liefde ook niet en seks al helemaal niet.’

Dan ‘Het diner’ van Herman Koch, wereldwijd een bestseller. Ik las het boek niet alleen, we lazen het ieder om de beurt,  in de zomervakantie. Twee maal gekozen door gezinsleden omdat het niet anders kon. Want voor de boekenlijst, en in de bibliotheek stonden er van Het Diner meer dan voldoende exemplaren (“Hoeveel punten ook alweer voor dat boek over dat diner, mam?”)  Ik las het omdat ik natuurlijk nieuwsgierig was naar ‘het fenomeen’ Koch, met op de flaptekst ‘met de tragiek van de film Festen’. Helaas, Festen zag ik meerdere malen, Koch wist me nergens te raken. Dan Griet op de Beeck met ‘Vele hemels boven de zevende.’  Prachtig boek, dat zeker, werkelijk, rauw in emotie, en het is alsof ze naast je zit voor te lezen met een diepe zangerige Vlaamse stem, en alle personages begrijp je, hoe triest en absurd menselijk ze ook handelen. In verhouding tot Koch is dit boek dan weer een vijfsterren/vijfballenboek, als ik dan toch een oordeel moet vellen (wat vervelend trouwens om met sterren te recenseren.) Maar geen inspiratie om er over te schrijven. De verhalen gingen op in de stapels boeken die door het huis verspreid liggen. En dan is er plotseling weer een boek; ‘De geniale vriendin’ van Elena Ferrante.

VPRO boeken schreef het drie jaar geleden al; ‘het gelukzalige gevoel om daadwerkelijk een schrijver te ontdekken.’  Ik kocht het boek om te lezen in de trein, bij de boekwinkel op het station in Eindhoven. Haastig en min of meer per ongeluk.  In Rotterdam aangekomen wilde ik niet meer uitstappen maar doorlezen.  ‘De geniale vriendin’ gaat over een vriendschap tussen twee meisjes in een volkswijk in Napels in de jaren vijftig, Lina Cerullo en Elena Greco. Hartsvriendinnen en rivalen. Opgroeiend in een ‘wereld waarin kinderen en volwassenen elkaar vaak verwondden. Uit de wonden kwam bloed, ze gingen etteren en soms ging iemand eraan dood.”  Elena  Ferrante zoomt genadeloos en met veel inlevingsvermogen in op de bewoners van de luidruchtige wijk waar Lina en Elena opgroeien. Als een film waarin je door de straten van Napels loopt, de schoenen ziet in de etalage van Lina’s vader, schoenmaker Cerullo, de rook van het vuurwerk dat de jongens en mannen afsteken op het balkon van Stefano Carracci, de zoon van don Achille, “op elke kanonslag van daar volgde een kanonslag van hier, en in de lucht waaierden schitterende bloemkronen uit en de straat daarbeneden trilde en was een grote gloed.

Maar het is meer dan dat zinderende, onvoorspelbare verhaal over een vriendschap,  een wijk en het leven in de jaren vijftig in Napels, meisjes in een door mannen gedomineerde wereld.  “Het was – zei ze – alsof in een maanverlichte nacht aan de hemel boven de zee een pikzwarte onweersmassa aan kwam zetten die alles wat licht was inslikte en de omtrek van de maancirkel aantastte en de stralende schijf terugbracht tot zijn ware aard van domme, ruwe materie. Lila verbeeldde zich dat haar broer brak, ze zag en voelde het alsof het echt gebeurde.”  Die onverwachte momenten in het leven die zo bepalend zijn dat er een ‘voor’ en een ‘na’ is, en die Ferrante zo omschrijft dat ze levensecht zijn. Zo levensecht dat ze me de koude rillingen bezorgen.

Gelukkig is De geniale vriendin onderdeel van ‘de vier Napolitaanse romans.’ Nog drie te gaan.