In de boekenkast in ons vakantiehuis vond ik ‘Een jaar in de Provence,’ van de Britse schrijver Peter Mayle, over zijn eerste jaar als bewoner van de Provence. De kaft was opgekruld en de bladzijdes vergeeld, gelezen door vakantiegangers die misschien ook dromen over een leven als schrijver (of wijnboer) in Zuid-Frankrijk. Hoe meer ik las, hoe meer ik het voelde, de Provence om me heen. De lucht leek er nog blauwer door, boven de dorpshuizen in hun verschillende kleuren oranje, ingeklemd tussen weelderige wijngaarden. Waar beter dit boek te lezen dan in het dorpje Lauris, vlakbij Menerbes, Lourmarin en Bonnieux, de dorpjes die Mayle veelvuldig en met smaak beschrijft. Ik lees op een ligstoel, begeleid door de koren van krekels en ontelbare vogels, met uitzicht op de wijngaarden en blauwe bergen van de Luberon en de rivier de Durance die zich als een glinsterende slang door het dal voor ons huis slingert.
Ik zag en proefde de Provence anders, meer intens, met de woorden en levendige observaties van Mayle in mijn achterhoofd. En niet alleen keek ik anders naar het landschap, de dorpjes en de mensen, maar ook naar ons ontbijt (nou ja, onze brunches) en al het eten dat ik op tafel zette. ‘We kregen een knapperige, met olie begoten salade en schijven roze boerenworst, een aioli van slakken en kabeljauw en hardgekookte eieren met knoflookmayonaise, roomkaas uit Fontvieille en een vruchtentaart uit eigen keuken,’ schreef Mayle. Wij aten zomaar op een donderdagochtend ‘knapperig olijvenbrood met een tomatensalade, gedrenkt in olijfolie uit Cesseras, bestrooit met Provençaalse kruiden, hardgekookte eieren uit Lauris en mayonaise (zonder ‘moutarde’ want dat lusten niet alle kinderen), olijven met zout uit eigen keuken en stukken sappige meloen als dessert,’ een lunch die ik zonder zijn woorden toch echt anders had ervaren. Mayle beschrijft nogal wat maaltijden in zijn boek, die me stuk voor stuk doen watertanden.
Stel je voor, dat je altijd zoveel zorg aan je maaltijden besteedt, in woorden, niet eens in de uitvoering en samenstelling. Smaakt het eten dan anders? Beleef je het anders? Ik denk het wel. Ik neem me in Lauris voor om mijn eten thuis op die manier te bekijken, niet iedere maaltijd, want ik weet nu al dat ik dat niet ga volhouden. En het effect wordt vast minder, want hoe inspirerend is het om iedere dag woorden te bedenken voor Nederlands meergranenbrood met kaas? Na mijn vakantie behoud ik deze keer de rust, het leven in het moment in mooie woorden. Genieten van iedere gezamenlijke maaltijd, met of zonder stevig Frans olijvenbrood of roomkaas uit Fontvieille of uitzicht op de glinsterende Durance.
En vanochtend nieuws van het overlijden van een lieve vriend van mijn ouders. Dierbare jeugdherinneringen, zijn lach die ik nog hoor, en het verdriet in de stem van mijn moeder aan de telefoon. Binnenkort eten we samen met de familie in de tuin van mijn ouders en hij is er bij, levend in de liefste woorden.