Voordat we verder gaan, iets meer over mijn vriendin (en iedere overeenkomst met bestaande personen is toevallig.) Ik maak me niet voor niets zorgen om haar. Ze heeft 3 gezonde kinderen, werkt als senior manager bij een bedrijf dat wereldwijd iets doet met natuurfondsen, heeft een gammele keuken maar een adembenemende woonkamer na een verbouwing met behoud van authentieke elementen waaronder de glas-in-lood-raampjes in de schuifpui, een gezinsauto met zeven stoelen, een vermoeide echtgenoot (haar tweede), een poes, een hond en een jongere minnaar. Een voormalig minnaar schreef jaren terug een column over ‘de mannen van..’ waardoor zij als enige vrouw in deze context terug te vinden is op google, naast ‘de vrouwen van..’ mannen als Rod, Mick en Jeroen. Het is niet dat ze iets mist. Het is overigens ook niet dat zij jongere minnaars hogere cijfers geeft in bed, maar, quote, “Het zijn vooral functionele voordelen; de agenda’s zijn minder rigide, viagra slikken geeft minder risico’s, geen gezeur over kinderoppas of verloren leesbrillen, en, dat bedoel ik niet onaardig, ze zijn meer adaptief in bed. Need i say more?”
Praktisch detail, ze zoekt haar minnaars dicht bij huis, en wat is makkelijker dan een van de vele assistenten, zoals die ene in Barcelona. Hoe handig is dat?
Mijn vriendin heeft objectief gezien geen reden om te klagen. Iets waar zij zich van bewust is, maar zich niet schuldig onder voelt, want schuldgevoelens zijn nergens goed voor, aldus mijn vriendin. Levert niets op, voegt niets toe, behoedt je hooguit voor dezelfde valkuil. Dus, in die zin is zij een omdenker in de breedste zin van het woord. Een minnaar is niets meer dan een niemendalletje om haar relatie met de Ware liefde (vermoeide echtgenoot) bloeiende te houden, het verlangen van de kinderen naar hun uithuizige moeder leert hen zelf pizza’s te bakken en stinkende lakens in de wasmachine te proppen, het gemis aan sluitende keukendeurtjes biedt ruimte voor discussies die de creativiteit en het gevoel van familie saamhorigheid vergroten (en de poes slaapt zo lekker tussen de beschuitjes), kortom, mijn vriendin kende tot voor kort geen belemmeringen.
Het eerste bericht dat ze me uit Barcelona stuurde was voor haar doen dan ook vreemd deemoedig. Ze bood haar excuses aan. Aan spuuglelijke baby’s met bijbehorende ouders, aan alle dikzakken, aan hardwerkende frituureigenaressen en bordeelmadammen. En, boven alles, aan verminkte vrouwen en meisjes. In haar zoektocht naar verlies van schoonheid struikelde ze over een artikel waarin vrouwen met verwoeste gezichten aan het woord kwamen. Overgoten met zuur. Ze klikte door, zoals dat soms gaat, van het ene artikel naar het andere, ze snikte bij de ontvoering van meer dan 200 Nigeriaanse meisjes en eindigde bij vreselijke wetenswaardigheden over vrouwenbesnijdenis, bloedende kinderen in gewaden. Niet ouder dan haar jongste dochter. Het bracht de praktische zelfverzekerdheid van mijn vriendin verder aan het wankelen.
“Ik weet dat het relatief is, verlies van schoonheid,” apte ze me later die dag, “wat heet, het hele leven is relatief! Maar ik huil de hele dag. Mag ik me alsjeblieft druk om mezelf maken zonder dat ik voortdurend de neiging heb om me te verontschuldigen?!”
Alsof ik dat serieus kon nemen! Maar toch, die nacht kon ik weer niet slapen. Was het werkelijk de beleving van haar schoonheid die haar wereld aan het wankelen bracht? In het maanlicht dat mijn kamer verlichtte zag ik de contouren van de tas met boeken die ze voor me achterliet.
– wordt vervolgd.