Over het adopteren van een minnares

Blog

Overgenomen van womannsworld.comJean Paul Sartre adopteerde zijn jonge ex-minnares. En na zijn dood adopteerde Simone de Beauvoir haar toenmalige beste vriendin, ook vele jaren jonger.  Beiden met dezelfde reden; om hun nalatenschap veilig te stellen. Want het stel had geen kinderen en vertrouwde op hun geliefden. Of de Beauvoir iets met haar ‘dochter’ had, is na al die jaren nog onderwerp van discussie, zoals ook de vrije relatie van de Sartre en de Beauvoir dat is.

Wat is het toch dat velen ertoe zette om het contract dat ze samen sloten te willen interpreteren?

Bij mij startte de nieuwsgierigheid met de boeken van de Beauvoir. Ik verzamelde ze als tiener, toen ik niet wist wie zij, of Sartre, was. ‘Een wereld vol mooie plaatjes,’ las ik als eerste.  In een boekenwinkel op een station vond ik twee pockets, “Alle mensen zijn sterfelijk,’ en  ‘Met kramp in de ziel.’  Jaren later, toen ik wist wie ze was, las ik meer, waaronder ‘de Tweede sekse’, ‘De Mandarijnen’ en ‘ Een Transatlantische liefde’, de liefdesbrieven tussen haar en Nelson Algren, haar macho Amerikaanse schrijver, in alles de tegenhanger van haar loensende Sartre.

Was ze gelukkig met Sartre? Ze was misschien meest gelukkig met hem, toen ze ook van haar Amerikaanse schrijver hield en zich weer jong en geliefd voelde.  Misschien mompelde ze het tegen zichzelf, ’s nachts onder haar dekens, wetende dat Sartre in een ander bed een van haar studentes kuste. Dat hij toch altijd het meeste van haar zou houden.

De Beauvoir als schrijfster en filosofe grijpt me aan, haar thematiek, de eenzaamheid in haar verhalen, de scherpte in haar analyses, de openheid en tegelijkertijd voortdurende afstand in haar observaties. Een van haar biografen, Deidre Bair, beschreef de Beauvoir als een vrouw die vast zat in de preutsheid van haar jeugd,  onbekend met haar seksualiteit, vol zelfvertrouwen maar ook onzeker over haar vrouw zijn (zoals ze zelf zei, in zich verenigde ze  ‘een vrouwenhart met een mannenverstand’) , haar aantrekkelijkheid (‘het slecht geklede meisje met de mooie blauwe ogen’, zoals ze haar aan de Sorbonne omschreven). Streng voor zichzelf en even hard voor anderen. Een alcoholiste. Haar verering voor schoonheid en jeugd, gemixt met de minachting voor lelijke mensen.

Volgens de biografe was de relatie voor de Beauvoir een obsessieve relatie, waarbij het ging om de wisselwerking tussen trouw, herinnering en obsessie. En ‘de kracht van die obsessie stijgt ver uit boven onze trouw aan het voorwerp van onze obsessies zoals dat in onze herinnering aanwezig is.”  Ik zou er de eenzaamheid, openheid, (soms boosaardige) scherpte en afstandelijkheid die het schrijven van de Beauvoir kenmerkt aan toe voegen. Eigenschappen die  haar misschien ook kenmerkten en het mogelijk maakten om te zijn wie zij was, in die turbulente relatie met Sartre.

De Beauvoir dronk zich na het overlijden van Sartre bijna dood. De eerste acht dagen na zijn begrafenis lag ze buiten kennis  in een ziekenhuis, verdoofd door whisky en valium. Ze zou hem volgen als hij stierf, zo beweerde ze altijd. In plaats daarvan schreef ze een boek over de laatste jaren van zijn leven en liet ze een deel van zijn brieven publiceren, tegen de wil van zijn geadopteerde geliefde.

Na de dood van de Beauvoir publiceerde haar erfgename briefwisselingen tussen de beide schrijvers-filosofen. Hun liefde zwart op wit, ontdaan van de eigen interpretaties,  werd nu het verhaal van beide erfgenamen, en dat van iedereen die het wilde lezen. Er zijn ook nu nog ongepubliceerde brieven in omloop, waarover de ‘dochters’ ruziën. Onwillig misschien, om het verhaal te publiceren dat zij niet beleefden zoals de Beauvoir en Sartre het elkaar schreven.

Was de Beauvoir ondergeschikt aan Sarte, in haar leven en werk? Doet dat er iets toe? Haar boeken intrigeerden me, los van Sartre, los van haar geruchtmakende relatie, los van de roem en de kritieken. Zou ik ze minder intrigerend gevonden hebben als ik haar leven had gekend? Ik denk het niet.

Hun relatie afwijkend in vorm, zeker voor de eerste helft van de vorige eeuw, maar niet anders in beleving.  Na het lezen van de brieven tussen de de Beauvoir en Sartre voelden velen zich verraden, voorgelogen. Achterbaks, egoïstisch, een desillusie. Les liaisions dangereuses. Beroemde verliefde filosofen zijn in de liefde en in bed niet heel anders dan de buren of je ouders, toen ze net verliefd waren, en hun leven en de maatschappij vormen zich niet a la minute naar idealen en wereldbeelden die ze publiceren.

Sartre en de Beauvoir rookten, aten, dronken (heel veel), kotsten, ruzieden, huilden, hadden lief, roddelden, sliepen, betaalden huur, hielden zich (soms wel en soms niet) aan de wet, en, okay, onorthodox, deelden en adopteerden hun geliefden. Praktisch, dat wel, zeker die adoptie, het erfrecht was immers geregeld. Een laatste contract in de liefde.

(Ik moet ze nog lezen, die brieven. Wordt vervolgd.)