Het einde van de zomer

Blog

Ik groeide op in een dorp waar de zomer ieder jaar eindigde met een feest. We dansten en dronken tot diep in de laatste nacht op houten planken in de grote tent achter het gemeentehuis.  Meestal was het er warm en benauwd, het rook naar gras en bier en tentdoek en als iedereen tegelijkertijd danste, trilde de plankenvloer onder onze voeten. Soms regende het, en dan struikelden we in het donker achter elkaar aan over de planken die een pad door de modder vormden. De ochtend erna openden de basisscholen  in het dorp later. De straten leeg, de eerste zonnestralen op het platgetrapte gras achter het gemeentehuis, een krantenbezorger op zijn fiets, heen en weer slingerend over de dorpsstraat. Een volmaakt einde van de zomers die ik met moeite achter me liet.

En een stroeve start voor school, studie, of werk. Hoeveel jaren surfte ik op de trage golven van dat weekend zo de schoolbanken in, en later mijn eerste baan. Mijn hoofd nog in de zon, de geur van gras en de tent en ik zuchtte verlangend achter mijn schoolboeken, een hertentamen, een werkstuk, in de trein tussen slapende medereizigers, een deadline voor een rapportage. Het weekend achter me, en tegelijkertijd lonkte het alweer voor me, schitterend, achter een volgende zomer. Mijn uitzicht geblokkeerd door werk, dat ik in de aanloop naar het weekend en het einde van de zomer maar bleef verschuiven. Na het weekend, na die eindeloze zomer, ergens ver weg, in de gouden septemberdagen, dan ging ik weer leren, weer werken, weer poetsen en opruimen, weer sokken dragen. Dan zou ik dat rapport afschrijven, mijn werkstukken op tijd inleveren, een samenvatting maken voor mijn hertentamen, mijn zomerkleren opruimen, blouses strijken, een jas zoeken, en hoe ging ik het volhouden, tot die volgende zomer?

In mijn herinnering is het laatste weekend van die zomers eindeloos, de zon meer dan mooi, de weilanden glooiend rondom het dorp, de nachten langer dan iedere andere nacht, gevuld met gelach en gezang. Met dorpelingen die je van gezicht kende, al jaren lang, en die je nooit sprak, maar dan wel.  Er was altijd wel iemand met liefdesverdriet, iemand werd ziek, er was ruzie, iemand struikelde over een losse plank of een kip, of iemand was een aantal uren zomaar kwijt, maar uiteindelijk werd het altijd ochtend. Zoals het einde van een boek, waarin alles goed afloopt. Het dorp is gewoon maar een dorp in de herfst als ik er later in het jaar doorheen rijd, ondanks de gouden kasteeltuin. Donker in de winter, zonder de drukte en lichtjes van de stad, carnaval is er klein en de lente duurt er te lang. Maar dan wordt het weer zomer.