In de trein naar Eindhoven

Blog

Donderdagavond, 17.47 uur. Voor het station mindert onze trein vaart. ‘We rijden nu langzaam omdat we station Eindhoven naderen,’ zegt een vrouwenstem door de intercom, ‘en zo dadelijk blijven de deuren even dicht. Wij weten niet wat er aan de hand is. Maar maakt u zich geen zorgen.’

We staan stil. Aan de andere kant van het perron stopt een trein. Mensen stappen uit. ‘Stapt er nu niemand in die trein daar?’ vraag ik. Een paar mensen knikken. Vijf minuten later weer de stem over de intercom; ‘De deuren blijven gesloten omdat we in afwachting zijn van de politie. Meer weten we op dit moment niet.’

De politie? De trein aan de overkant van het perron blijft leeg. ‘Het hele perron is leeg,’ zegt een vrouw bij het raam terwijl ze een oordopje uit haar oor trekt.

Naast me in het gangpad staan een oudere man en een meisje van een jaar of twintig met een vrolijke muts en een koffertje met een kooitje erboven op.  ‘Misschien heeft er iemand zijn kaartje niet betaald en komen ze die oppikken,’ lacht het meisje.  We kletsen over de cavia die ze bij zich heeft, over de trein die wel erg lang stil staat, en dan zien we politie agenten. Ze poseren zich op zo’n vijf meter van elkaar, aan beide zijden van het perron.

Op twitter lees ik nu dat de perrons 1 en 2 worden ontruimd. Een foto van de stationshal, gevuld met mensen. Ze kijken naar het perron waar onze trein staat. ‘Het is in ieder geval geen bom dan,’ het is geen bewuste gedachte, meer een rij woorden die ik meteen weer weg duw. We staan inmiddels een half uur stil en zien hoe politie agenten reizigers uit een andere trein aanmanen om ons perron te verlaten. Rennende mensen. Op Twitter duikelen de vragen en foto’s voorbij.

We zitten gevangen in een vacuüm. De buitenwereld is een andere wereld dan die van ons. Het besef dat we vast zitten en dat er in deze trein iemand zit die wél weet wat er gebeurt, krijgt langzaam vorm. Ik spreek het niet uit. Niemand spreekt het uit. Een man met een koffertje worstelt zich door de volle coupé, op zoek naar het toilet. Hoofden draaien en er valt een stilte. Iedereen kijkt hem na. Hij verdwijnt in het toilet.

Ik vraag me af of ik onze gezinsapp moet zeggen hoeveel ik van mijn kinderen en vriend houd. Ik voel me een nietszeggende figurante in een film, kanonnenvlees. Want we weten niets, we kunnen niets doen en het verhaal speelt zich ergens anders af. We zijn er voor het amusement. De alledaagse gezichten en onbenullige gesprekjes waar de kijker bij huivert, want weten die mensen niet wat er te gebeuren staat? Het is inmiddels 18.40 uur.

‘Jezus,” roept iemand en de schimmen op het perron veranderen in drie bewapende mannen met maskers, gevolgd door een politie agent met een blaffende hond. “Dames en heren, gaat u zitten, de politie gaat de trein controleren,’ klinkt er over de intercom. Het meisje met de cavia twijfelt even, de oudere meneer zwijgt niet langer, “ik ben bang voor honden, zeker voor herdershonden, als die hond maar niet mee naar binnen komt. Hij komt vast naar me toe!’ en hij kijkt me smekend aan, alsof ik er iets aan kan doen.  We wachten.

Ik bedenk me dat ik mandarijnen bij me heb, een heel net, dus dat is eten én drinken. En ik vraag me af of de stoelen kogels zullen stoppen. Een meisje voor me zegt; ‘ik had eigenlijk een trein eerder moeten hebben maar de bus was te laat.’ Dan horen we mannenstemmen. Achter ons steken mensen hun handen in de lucht terwijl de gewapende mannen tussen ze door glijden, sluipend bijna. De geweren draaien mee terwijl ze iedereen kort aankijken. Ook ik steek mijn handen in de lucht.

“Dames en heren, u kunt de trein rustig verlaten nu.” Ik stap uit, samen met mijn buurvrouw. “Ik heb in ieder geval een verhaal te vertellen aan mijn twee katten,’ zegt ze. Onderaan de trap nemen we afscheid, tussen de menigte mensen in de stationshal. “Goede avond nog,’ zegt ze en, “Jij ook! Kom veilig thuis,” hoor ik mezelf zeggen met mijn hand op haar arm.

Buiten slaat de kou me in mijn gezicht. De lichtjes van de Bijenkorf, een kibbelend jong stel met een plattegrond voor Glow. Vreemd hoe verloren ik me voel. Het is 18.50 uur.