Nog eens over de liefde V

Blog

nog eens de liefdeOp de basisschool, tijdens de afscheidsavond van groep 8, zei één van de al kalende vaders het net iets te hard;
“Ze is net zo oud als mijn dochter, maar toch, zulke fruitige stagiaires zie ik natuurlijk graag.”
Er viel een stilte in het warme klaslokaal, tussen de schalen met stokbrood, de knakworstjes met ketchup en het Turkse gebak. Zijn vrouw, die achter hem in de rij stond voor de vegetarische spiesjes, rechtte haar schouders. Hij draaide zich om. Ze keken elkaar aan.
“He, jij hier? Ik dacht dat je niet zou komen,” zei hij, “jij werkte toch weer laat vandaag, zoals je al maanden overwerkt?”
“Nee, vandaag niet,” zei ze, “natuurlijk niet.”
Alsof ze niet tussen de stoeltjes van groep 2 stonden, een zoemende wesp boven de fruitsalade, met buiten in de klamme zomeravond de joelende kinderen uit groep 8, waaronder hun zoon, en het interesseerde hem die avond helemaal niets wat anderen van hem dachten, met zijn praatjes over jonge meisjes. Dit ging tussen hen. Hij zei het tegen haar, tegen niemand anders. Met zijn rug naar haar toe.
“Helemaal prachtig,” zei hij, “daar worden wij blij van.”
Hij draaide zich weer om naar de schalen, waar hij nog een knakworstje aan zijn vegetarische spies prikte. Zij zweeg.  Niets perfect gezin, zoals ze dat van buiten leken en wat er nog over was van de liefde?

Van de liefde verlangen we dat ze ons hele leven net zo opwindend, fris en verrassend is als in de eerste uren van de ontmoeting’, stelt Alain de Botton. We willen een perfecte liefde, net zoals we de perfecte carrière nastreven. Een te romantisch ideaalbeeld waarmee we liefhebben alleen maar lastig, en zelfs kapot maken.  Heb je geliefde lief met begrip, zoals je je kinderen lief hebt, zegt de Botton. En vrede hebben met het gebrek aan overeenkomsten tussen jou en je geliefde, is volgens de Botton het bewijs dat je van de ander houdt. Heel Hollands eigenlijk. Zo van, doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Geen wonder dat de Botton de meeste van zijn boeken in Nederland uitbrengt, voordat hij ze in andere landen loslaat.

Zijn we met zijn allen zo hard op zoek naar het droombeeld van de romantische liefde dat de Botton beschrijft? De huis-tuin-en-keuken-liefde waar ik al eerder over schreef, lijkt minstens zo populair als die alles verzengende liefde. En is tegelijkertijd liefde zonder al teveel gezichtsverlies, want veel mensen leggen zich neer bij het idee dat liefde meer is, of op zijn minst echt iets anders, dan die eerste weken, maanden of jaren vol van verlangen. Dat is heus niet zo sneu  als het klinkt, welnee, het is de acceptatie van de ander, en niet te vergeten jezelf, zoals de Botton dat predikt. Sommige stellen behandelen elkaar ook werkelijk als kinderen, maar dat zal niet zijn wat de Botton bedoelt.

Misschien is het beeld van de romantische liefde iets voor de zoekenden en net verliefden onder ons, en niet te vergeten, schrijvers en dichters die er al hun verlangen in kwijt kunnen.  En is de liefde verder dat onzegbare dat groeit in jaren samen zijn, gehard (en gehavend) in de strijd,  want dat is het ook. Zoals die kalende vader die avond zijn vrouw publiekelijk een boodschap gaf. Of leek te geven, want laten we vooral niet vergeten dat ik een schrijfster ben met veel fantasie, en misschien vroeg hij zich werkelijk af hoe het kwam dat ze plotseling achter hem stond. En dat zij echt teveel overwerkte, die laatste maanden. En dan nog, ik herlas “Zout op mijn huid,” één van mijn lievelingsboeken. De levenslange liefde tussen een Parisienne en haar Bretonse zeebonk die de hele wereld rondreizen, om af en toe samen te kunnen zijn. De romantische liefde zoals de Botton die omschrijft, met keer op keer die eerste ontmoeting, fris en verrassend. En misschien de enige liefde waarin het romantische liefdesbeeld niet slijt, ver weg van vegetarische spiesjes in een bedompt klaslokaal. Of is dat geen liefde?