Nog meer huis-tuin-en-keuken-bewijzen van liefde

Blog

Foto bij blog post Nog meer huis-tuin-en-keuken-bewijzen van liefdeHet is soms aanmodderen, de liefde, alsof je na een onbeschrijfelijke sollicitatieprocedure eindigt in die ene baan, inhoudelijk uitdagend, maar toch echt wel minder qua arbeidsvoorwaarden. Bestaat er een rangorde in de liefde? Is de ene liefde meer benijdenswaardig dan de ander? En, een interessante vraag, is de ene liefde ‘echter’ dan de andere? Natuurlijk, liefde bestaat in alle soorten en maten. Ik ga er geen oordeel over vellen. Maar ken je ze, die stellen die zoveel op elkaar lijken dat je soms niet meer ziet wie nu wie is? Het stel waarbij de man als een schaduw boven de vrouw hangt (of andersom) of de ‘moetjes’ waarbij je het gevoel krijgt dat er sprake was van wanhoop om niet over te blijven, want waar is de vonk tussen de geliefden? De huis-tuin-en-keuken-liefde, samen op de bank voor de televisie met je bord op schoot, lijkt magertjes vergeleken met de liefde in de literatuur of de muziek. ‘Liefde in tijden van cholera’ van Gabriel Marcia de Marquez of ‘Zout op mijn huid’ van Benoite Groult of de liefde zoals Eric Clapton bezong in Layla. Natuurlijk is er een overeenkomst tussen die liefdesgeschiedenissen. Het gaat om de (schijnbaar) onbereikbare of niet geconsumeerde liefde. Zoals Eric Clapton obsessief hield van Patty Boyd, de echtgenote van beste vriend George Harrison. De keuze voor de naam Layla is weer gebaseerd op het verhaal over de Perzische dichter Majnun die verteerd door liefde voor de onbereikbare Layla gedichten schrijvend door de woestijn zwierf, totdat hij naast het graf van Layla bezweek. Eric Clapton en Patty Boyd kregen elkaar uiteindelijk wel, maar om nu te zeggen dat ze samen gelukkig werden? “Ik was achttien jaar toen Gauvain, zonder dat een van ons beiden het wist, in mijn hart voorgoed een plaats veroverde, ” schrijft Benoite Groult in ‘Zout op mijn huid.’ Een liefdesgeschiedenis die een heel leven stand hield omdat de liefde niet sleet onder dagelijkse beslommeringen, een levenslange affaire. Zoals ook de liefde tussen Florentino en Fermina in ‘Liefde in tijden van Cholera’ meer dan een halve eeuw overleefde, nu zelfs zonder haar te consumeren. Is liefde grootser bij de gratie van afwezigheid van de geliefde? Moet er geleden worden om vurig lief te hebben? Of is de liefde tussen het stel dat in de loop der jaren steeds meer op elkaar gaat lijken even benijdenswaardig en spreekt ze simpelweg minder tot de verbeelding? De huis-tuin-en-keuken-liefde. Met bijbehorende bewijzen van liefde, sudderend in de pan op het fornuis, de swing data op een geeltje op de koelkastdeur, dezelfde regenjas aan de kapstok en twee paar ribfluwelen sloffen onder het bed. Het is zeker minder vermoeiend dan met een droge mond door de woestijn te sjokken, jezelf herhalend in eindeloze zinnen. En dat continue aanbeden worden zal ook wel gaan vervelen, uiteindelijk. Denk ik.