Ons vakantiehuis in Picardië – deel 7

Blog

Natuurlijk lees je eerst de andere delen van ‘Ons vakantiehuis in Picardie,’ tot en met deel 6.

Op de gang bewoog Jip. Ik hoorde hem weg tippelen, de gang door, richting de mooie kamer. ‘Mam, de klok?’ dochter duwde in mijn zij, ‘hoe kan dat?’ ‘Hij tikte nog hoor,’ zei ik snel, ‘alleen de buitenkant was kapot. Misschien draait hij wat langzamer, of sneller. Dan klopt de tijd niet meer.’ Dat was geloofwaardig. Ook voor mij.

‘Okay,’ ze zuchtte en draaide zich weer naar haar boek. ‘Is het spannend?’ zei ik. ‘Hmm,’ ze knikte. Ik staarde naar het plafond. De wijzers van de klok lagen eraf, dat herinnerde ik me, maar tikte het binnenwerk nog? Ik probeerde het voor me te zien. De kapotte klok tegen de muur, maar mijn herinnering aan de stank overheerste. Ik rook het weer. Het verderf, dood dier. Stop, dacht ik.

Ik sloeg mijn laptop open en klikte in mijn mail door naar Gites France, La Maison in Laudin. De link werkte niet. Ik probeerde het opnieuw. Een foutmelding. Ik zocht naar de reviews die ik eerder googlede. Niets. Ik logde uit van mijn mail. Logde opnieuw in, klikte op de link. Het huis was online niet te vinden. Ik beet op mijn lippen en typte sneller. Laudin. Het dorp vond ik wel, ‘een gemeente in het Franse departement Seine-Maritime (regio Picardië) en telt 171 inwoners (2004). De plaats maakt deel uit van het arrondissement Dieppe.’ Verder niets.

Dochter sliep, op haar buik, met een arm over haar boek. Ik keek naar de deur. De donkere kier. Het onschuldige gesnurk van vriend en het stille huis waar iedereen sliep. Behalve ik. Wie was er nu gek. Ik negeerde het misselijke gevoel in mijn buik, het gewicht van de kamer dat op me drukte. De zachte ademhaling van dochter. Ik lag stil. Ik wachtte en het matras was als een steen, terwijl mijn mijn benen en armen zwaar werden. Als ik maar stil genoeg was, werd het vanzelf weer ochtend.

Maar het geluid van de klok haalde me uit mijn concentratie. Ik telde de trage slagen, als in een droom. Twaalf. Dochter zuchtte naast me in haar slaap en haar boek viel met een klap op de grond, en verder weg in huis hoorde ik Jip blaffen. Ik schoot overeind en dochter greep me bij mijn arm, ‘Mam!’ Op mijn horloge zag ik dat het kwart over twee was. ‘Wat is er met Jip?’ Ze duwde me bijna het bed uit, ‘hij blaft weer!’
‘Dat hoor ik ook wel,’ mijn stem sloeg over en ze keek me geschrokken aan, ‘Mama?’
‘Kom, dan halen we meteen wat te drinken,’ zei ik, ‘Jip zal wel een dier in de tuin zien.’ ‘Ik ben moe!’ ze liet zich achterover vallen, ‘die kutklok!’

‘Dan ben je alleen in de kamer,’ ik liep naar de deur. ‘So,’ zei ze, maar ze stond al, zocht naar haar slippers. Het geblaf van Jip klonk gedempter nu, als in een afgesloten kamer. Ik greep haar hand. Ik was kalm nu. We moesten hier weg.