Oudejaarsnacht

Blog

Mijn jongste zusje en ik, op een koude morgen. We fietsen naast elkaar door het dorp dat zich klaarmaakt voor oudejaarsnacht. Mijn adem verandert in ijs in mijn shawl.

Bij de slager en bakker is het druk achter de beslagen ramen. Bij de parkeerplaats van de bank zwaait een jongen en we lachen. Het ijs op de plassen kraakt onder onze banden, en de lucht is helder, bijna fluorescerend en tastbaar, puur, sprankelend. Het is de omlijsting, of misschien wel de vertolking van onze verwachtingen.

Thuis leest papa de krant, het huis ruikt naar koekjes en hars van de kerstboom. We maken ons op voor de spiegel met de krullen in de gang, en boven in de badkamer, onder het zachte licht. Ik heb nieuw poeder en mijn zusje verandert in een engel. De tegelvloer is koud onder onze sokken. We draaien voor de grote spiegel op de slaapkamer van onze ouders, staand op het bed, want alleen dan zien we onszelf helemaal.

Buiten wordt het donker en de maan draait de nacht in. Het weiland slaapt onder de sterren, de hoge populieren rondom ons huis rillen. Op de rul jaagt de wind het blad hoog in de lucht. Ik schrijf een gedicht over verlangen. Vanuit mijn slaapkamerraam kijk ik bij de achterburen naar binnen.

De nacht ligt voor ons, schitterend, de kaarsen op de lange tafel waaraan we fonduen, papa die een kurk in een vlam houdt en zijn neus zwart verft. Mama bij het aanrecht, boven een dampende pan. De oorbellen van mijn zusje glinsteren als sterren. Ze is mooi. Ik voel me mooi. We drinken een glas wijn.

De wijzers draaien naar middernacht. In het dorp wachten voormalige vriendjes. Er zullen anderen zijn.  Het gaat niet om de jongens, het gaat om ons. We dansen de hele nacht.

Op nieuwjaarsdag zal mama de champagne klaarzetten bij de brunch.

 

 

 

Oh, als je maar een zorg zou hebben, jezelf! Dat is de definitie van de jeugd. – Benoite Groult