Laatst danste ik met mijn mooie niet zo jonge vriendin op een feest voor 40 plussers, waar we ons plotseling jong voelden. “Alsof het zo belangrijk is om je jong te voelen,” zeiden we tegen elkaar, schouderophalend, want waarom zou dat er iets toe doen? En daar dan over pochen, op een feest waar de gemiddelde leeftijd 57 is! We bevinden ons duidelijk in het schemergebied van de middelbare leeftijd. Tenminste, in onze hoofden is het een schemergebied. Van buiten zijn we al lang geen meisjes of jonge vrouwen meer, niks schemergebied, maar van binnen dansen we nog steeds als zeventienjarigen . De laatste tijd is het alsof we afscheid moeten nemen van het meisje en de jonge vrouw die we in elkaar ogen nog altijd zijn. Het is niet dat we dat zelf willen, maar “het is alles om ons heen,” zegt vriendin.
Het bevreemdende van ouder worden is dat je het zelf lang niet voelt. De eerste signalen komen van mensen om je heen. Jongeren die hard lachen als je een smerige grap maakt, maar dan niet om de grap zelf, “Dat die mevrouw zoiets zegt!” Je ontmoet een dertiger uit geboortejaar 1983 en een veertiger uit 1976 (vroeger waren die toch veel jonger!), en vriendin maakte ruzie met haar moeder, die ze vertelde over haar twijfels voor haar nieuwe studie. Of ze nu nog niet wist wat ze wilde worden, snibde haar moeder. “Mam!” zei vriendin, “ik weet het niet, en ik wil nog steeds alles!” Het is helemaal niet dat ze ontevreden is met haar leven, zegt vriendin, het is dat ze het gevoel heeft dat anderen vinden dat ze ‘niet zo gek moet doen,’ en ‘gewoon netjes oud moet worden.’ “Alsof ik me ergens bij neer moet leggen,” zegt ze, ‘en dat is ouder worden helemaal niet. Het is niet dat ik iets niet wil worden! Dit is wie ik ben.” Of vindt ze van zichzelf dat ze niet zo gek moet doen, en gewoon netjes ouder moet worden? Want ouder worden is wezenlijk onderdeel van het ik, in relatie tot de ander. De spiegel in onze badkamer spiegelt dat wat anderen ons spiegelen, de rol die we innemen in ons dagelijks leven. Ook een ouder wordende vrouw ben je niet zonder anderen.
Universitair docente Hanne Laceulle beschrijft de beeldvorming rondom ouder worden. Als eerste noemt ze het ‘vervalperspectief’, dat ouder worden interpreteert als een proces van onherroepelijk verval en achteruitgang. Als tweede hebben we het ‘trotseerperspectief’, dat goed ouder worden gelijkstelt met zo lang mogelijk jong blijven. Vanuit die uitgangspunten is het volgens Laceulle onmogelijk om als oudere te zijn wie je wilt zijn. Want hoe inspirerend is het om naar jezelf te kijken als een bouwwerk in verval, of jezelf te zien als een ouder wordende jongere? Laceulle pleit voor een ander ‘verhaal’ over ouder worden, waarin zelfontwikkeling en ‘bildung’ centraal blijven staan.
Een mooi streven, vinden vriendin en ik. Past ook veel beter bij het ‘nieuwe verhaal’ waarin we allemaal al een rol spelen, omdat we steeds ouder worden, en ook nog eens langer moeten werken. De oude indeling in levensfasen voldoet niet meer; school, werken, en met pensioen. Nee, een leven lang leren past beter. Stel je voor, een leerplicht voor de veertiger. Met zijn allen in de schoolbanken, die eerste schooldag, onbekende docenten en klasgenoten, met je rugzak en een nieuwe broodtrommel. En dat heeft echt niets van doen met jong willen zijn, maar lekker als jezelf ouder worden, tot op hoge leeftijd. En als het zover komt met die leerplicht, dan zitten vriendin en ik in de klas naast elkaar. Hebben we al afgesproken.