Over statusangst

Blog

In de aanloop naar het einde van 2019 publiceer ik op Linkedin mijn meest gelezen artikelen uit het afgelopen jaar. Ik schrijf daar soms stukken die niet op deze website terecht komen. Dat ga ik af en toe wel doen. Hierbij de eerste, over werkloos worden. Je verliest niet alleen je baan, maar vaak ook een deel van je zelfbeeld en je status. Van de ene op de andere dag ben je iemand anders; iemand zonder werk.

Over statusangst

Mijn vriendin was van de ene op de andere dag werkeloos. Akkefietje met een leidinggevende dat uitmondde in een voorstel voor een verbetertraject dat ze lachend afwees. Waarna ze zonder veel pardon ontslagen werd. Altijd beter om met opgeheven hoofd te vertrekken dan zo’n onzintraject van dossiervorming in te gaan, zei ze, “zolang ik me aan mijn regels houd, houd ik van mezelf, verdomme!” Maar toch, plotseling was ze een ‘werkzoekende’, met alles erop en eraan. Ongeacht de keuze die ze maakte en hoe goed ze zich daar bij voelde. Aan de buitenkant was alleen dat zichtbaar; ze was werkloos. Ze had gefaald.

Elk volwassen leven wordt volgens filosoof Alain de Botton bepaald door twee grote liefdesverhalen – de eerste is de zoektocht naar (lichamelijke) liefde. Een verhaal dat in romans, gedichten, muziek en het dagelijks leven luidkeels becommentarieerd wordt.

Het tweede is het verhaal van onze zoektocht naar de liefde van de wereld, naar acceptatie van je bestaan. Niemand wil een ‘nobody’ zijn; iemand die onopgemerkt door het leven gaat, naar wiens mening niemand luistert. Het is een verhaal dat net zo belangrijk maar minder zichtbaar is. Want hoe stoer is het om te vragen om ‘liefde’ van ‘de wereld.’ Dit verhaal, zegt de Botton, wordt tegenwoordig voor een groot deel bepaald door onze professionele loopbaan. Hoe succesvoller de carrière en bijhorende voordelen, hoe hoger je status en de mate van positieve aandacht en acceptatie van de wereld om je heen.

Ons zelfbeeld wordt bepaald door de mensen tussen wie we leven, en werken. En niet ieder beroep, of iedere positie op de maatschappelijke ladder, krijgt evenveel waardering. Mijn ontslagen vriendin wist zich op feestjes niet langer de vrouw die ze voorheen was. Het verhaal dat tot haar ontslag leidde deed er niet toe, ze had het in ieder geval niet goed gedaan (ze verloor haar baan, zo succesvol en onvervangbaar was ze dus niet!) Dat verhaal was het enige verhaal dat er toe deed. “En die verdomde meewarige blikken van mensen,” zei ze,” zo van, dat kun je allemaal wel zo stoer zeggen, maar je bent werkloos!” Hoe harder ze het riep, hoe ongeloofwaardiger het haar zelf voor kwam. Was ze niet gewoon een sukkel zonder baan?

Voelde ze zich minder geliefd? “Wat een domme vraag,” zei ze, “ik mag op het matje komen bij instanties, waar ik tegenover mensen zit die me vertellen wat ik moet en mag doen. Mensen die van alles van me vinden, waar ze eerst niets over me te zeggen hadden!” Het was niet goed voor haar zelfbeeld, die plotselinge paradigma shift, en, zei ze “ik weet heus wat ik kan en niet kan. Maar ik zit met zo’n vrouw in de sollicitatieclub die echt denkt dat ze iets fout doet! Werkt zich al jaren kapot in tijdelijke baantjes en is er ziek van. Letterlijk en figuurlijk.”

“In een samenleving waarin onze waarde wordt afgemeten aan materiële wapenfeiten en ons maatschappelijk aanzien, zijn we ons pijnlijk bewust van de noodzaak om te presteren,” schrijft de Botton. “Statusangst is de prijs die we betalen voor de erkenning van dit voor iedereen zichtbare verschil tussen een succesvol en onsuccesvol leven.” Zoals vriendin voelt dat ze tekort schiet en gefaald heeft, terwijl ze gewoon is wie ze was. Maar nu zonder de mantel van haar werk die ze al die jaren nonchalant droeg, de glamour van haar internationale loopbaan. 

Ze brengt sinds kort haar tijd door met ‘gelijkgezinden’, mensen voor wie status niets van doen heeft en die haar pasverworven ‘gemoedstoestand niet verstoren.’ Met andere woorden; mensen die vinden dat geld en maatschappelijk aanzien minder de moeite waard zijn. Dat ze daar inmiddels alweer een andere status heeft, die van ambitieuze en glamoureuze betweter, neemt ze voor lief. “Dat zeiden ze op het werk ook altijd tegen me,” zegt ze.