Mijn mooie niet zo jonge vriendin zit nog steeds met haar digitale burn-out in Schotland, Kirkintilloch. Zonder mobiel of internet. Door de mist rondom haar cottage heeft ze het gevoel dat ze in een droom leeft. De wereld verdwenen in nevel. Ik zie haar zitten, schrijvend met (natuurlijk) een kroontjespen. Zuiver van onwetendheid, zo voelt ze zich. En ze schrijft letters met lange halen, op krullend briefpapier. Haar brieven komen om de dag, in een enveloppe met een kroontje erop, want zo is ze wel.
Nee, ze heeft geen behoefte aan nieuws, hoewel ze wel weet dat er in Kirkintilloch iets speelt tussen een jongeman en de vrouw van de bakker, want daardoor misten alle dorpelingen twee dagen lang vers brood. Zo simpel kan het leven zijn, vindt ze. Geen idee of het morgen sneeuwt, hagelt of stormt en ze wil niet weten hoe het met Trump gaat en of Obama huilde toen hij afscheid nam, of de situatie in Syrië nog steeds zo vreselijk is, en of onze stembussen ook gehackt gaan worden. En ze vraagt in iedere brief of ik het nog steeds zo druk heb. Twee weken geleden schreef ze me; ‘a single dream is more powerful than a thousand realities.’ Van Tolkien, zei ze, en ze kon zich zo goed voorstellen dat hij dat geschreven had. Nu ze eindelijk in Schotland is. En dat stak me. Achter mijn computer, in mijn januari dip. Want het is ook mijn droom; Schotland.
En daarnaast, ik wist het zeker, het was geen quote van Tolkien. Het was Nathaniel Hawthorne die beschreef hoe een grootse droom sterker en meer echt voor hem was dan, nou, duizend realiteiten. The Tolkienist wijdde er zelfs een hele blog aan, dus ik kon het bewijzen. Ik printte de blog en plakte hem in mijn eerstvolgende brief. Daarna schreef ze me waarom ik zo kinderachtig reageerde, ze voelde simpelweg dat ik stinkend jaloers was, dat zij daar in Schotland zat, en dat ze het zo ook geloofd had, zonder die blog, met verdomme een smiley eronder. En waarom ik een smiley gebruikte in een handgeschreven brief, kon ik misschien niet meer zonder emoticons schrijven, en hoe ver ik dan wel niet heen was. Ik reageerde in een brief die drie dagen later dan gepland bij haar aankwam. Waardoor ik haar tweede boze brief eerder kreeg dan zij die van mij ontving. Waarin ze schreef dat ik maar eens goed moest nadenken, want was ik eigenlijk niet altijd jaloers op haar?
In mijn eerste brief was ik nog vergevingsgezind, ik schreef haar dat ik ook liever in Schotland zat, natuurlijk. Maar na die tweede brief, ontplofte ik, en wees op allerlei nachten waarin zij bij mij uithuilde, en zich afvroeg waarom ze niet meer zoals ik kon zijn. En van de ene rottige brief kwam de ander, als een gesprek op whatsapp waarin je door elkaar heen kletst, maar dan heel traag. Zonder emoticons. Onze gedeelde realiteit niets meer dan de inhoud van die brieven, mijlenver van elkaar verwijderd, terwijl we gewoon doorleefden, ieder voor zich. Alsof de realiteit in die brieven sterker was dan het leven. Onze zinnen die zelfstandig een eigen leven leidden. Dus ik stuurde haar een oude foto, onze basisschool, zonder woorden.
En vandaag belde ze, vanuit het cafeetje in Kirkintilloch. Om elkaar eens goed te zoenen, zei ze, en nu we toch niet meer zo mal deden, hoeveel beter was dit dan online bekvechten? Klassieke, goed geschreven, verontwaardigde en gepassioneerde brieven! Waar over nagedacht was, zeg maar. Tegenwoordig koos je wat emoticons en klaar! En, het was maar een idee, maar hoe dacht ik erover om onze brieven te bundelen? Samen schrijven in Schotland, toch? En of ik een laptop voor haar kon bestellen, want ze had last van schrijfkramp.