Spel en tijdverdrijf

Blog

Is het raar dat een boek voor mij een extra dimensie toevoegt aan een vakantie? Een herinnering bovenop de foto’s die ik maakte. ‘Die ene vakantie, weet je nog, toen ik Salter las?’

Tijdens onze eerste vakantieweek in Noord Frankrijk las ik ‘Spel en tijdverdrijf,’ van James Salter. Ik las iedere avond, voor het slapen gaan, met een glas wijn. De treinreis in het begin van het boek beslaat een paar bladzijdes. ‘We rijden over bruggen, met een kort trommelend geluid. Het land bloeit open. We zijn op weg naar steden waar nooit iemand heen gaat. Er zijn lange stukken met graankleurige velden en dan groen, vlak land, slaperig en rijk.’ Het is alsof Salter dit boek schreef voor deze omgeving, want om me heen zie ik het nu duidelijk – het sluimerende, rijke land in alle kleuren groen en geel.

De titel van het boek begrijp ik nog steeds niet, ik heb geen zin heb om er over na te denken. Misschien ben ik wel een luie lezer, maar bij dit boek is dat een voordeel. Want iedere zin kan ik drie keer lezen. Het is alsof het boek zich beweegt tussen licht en schaduw, zangerig bijna, als boomblad dat zacht beweegt in de regen die in het boek door de donkere straten van Dijon ruist. Iedere zin volgt een eigen pad, en voegt een nieuw beeld toe. Ieder woord doet ertoe. Salter schetst, maar dan wel met vaste hand.

Jaloersmakend, die stijl.

Het verhaal is niet heel bijzonder. Een liefdesverhaal tussen een jongeman, van goede komaf, knap, sympathiek, en een mooi en eenvoudig (ze is wat ‘ordinair’) meisje dat tragisch eindigt. Beschreven door de ogen van een kennis, want vriend kun je deze naamloze verteller  niet noemen. Maar als ik aan dit boek denk, iedere keer opnieuw, is het alsof het oplicht in mijn boekenkast. Alsof het verhaal zichzelf blijft vertellen achter die donkere kaft, waar die trein door rijdt, over bruggen, met een kort trommelend geluid, door dat groene, slaperige land. De bijna achteloze manier waarop de verteller de laatste scenes beschrijft, de donkere weg in de ruisende regen, een politiepet waar de regen vanaf druipt, de auto’s die langzaam voorbij rijden. De koplampen die vlekken maken in het donkere landschap. Het beeld dat ik zo kan oproepen, als een foto.