De titel van dit stukje had ook kunnen zijn; ‘Waarom vrouwen vrouwelijke schrijvers lezen.’ Maar om ook de mannelijke lezer tot lezen uit te nodigen, voila; een titel die beide seksen aanspreekt. Want mannen zouden hoofdzakelijk schrijvers lezen, en vrouwen schrijvers én schrijfsters. Hoe dat komt?
In de Volkskrant deze week een stuk over leesgedrag van schrijvers. In onderzoek in 2013 constateerde literatuurwetenschapper Corina Koolen dat vrouwelijke lezers zowel boeken van mannen als vrouwen lazen. De verhouding was 50-50. Mannen daarentegen bleken vooral mannen te lezen, de verhouding was 80-20. In een recent onderzoek werd dit bevestigd. Uit datzelfde onderzoek van Koolen blijkt dat mannelijke schrijvers nog steeds meer aandacht en waardering krijgen dan schrijfsters, maar zou dat verklaren waarom mannen weinig vrouwenboeken lezen?
Het relaas van de zes schrijvers in de Volkskrant leverde niet veel nieuwe inzichten op. Wat vooral bij blijft is dat ieder er het zijne van dacht, en dat iedere boekenkast anders is. Maar ook ik was plotseling nieuwsgierig en inspecteerde na lezing mijn boekenkast. Na drie planken wist ik het zeker; ik lees vooral vrouwelijke schrijfsters, uitzonderingen daargelaten. Zo heb ik ook een hele boekenplank vol met John Irving.
Kies ik bewust vrouwelijke auteurs als ik een boek koop? Ik kan mezelf beter afvragen waarom ik minder kies voor mannelijke schrijvers. Ben ik bevooroordeeld?
Als meisje las ik graag boeken met heldinnen in de hoofdrol. Gewone vrouwen, geen traditionele heldinnen, schone maagden of femme fatales. Zo las ik onder andere ‘Versprongen ster,’ van Olaf J. de Landell. Over Betsy, die op 50 jarige leeftijd zomaar haar kantoorbaan opzegde en al thee drinkend een gevierd actrice in een toneelgezelschap werd. Niet lang daarna kocht ik een van mijn eerste boeken ‘Een wereld van mooie plaatjes’ van Simone de Beauvoir (zonder enige notie van wie ze was) en bleef haar boeken kopen. Voordat ik een boek koop, lees ik de achterflap. En scan ik op heldinnen. Zo simpel is het.
Natuurlijk lees ik ook andere boeken, maar de rode draad in mijn boekenkast is de heldin, hoofdzakelijk gezien door de ogen van de schrijfster, met als mooi detail dat schrijver Olaf J. de Landell die leeslust stimuleerde. En ik besef dat John Irving natuurlijk over heldinnen schreef in het eerste boek dat ik van hem las; ‘De wereld volgens Garp’ en dat de luidruchtige, heldhaftige Fran in zijn “Hotel New Hampshire’ een van mijn favoriete romanpersonages is.
Geen verklaring dus voor het gegeven dat mannen vooral boeken van mannelijke schrijvers lezen, excuses. Of het moet zo zijn dat ook mannen graag (een realistisch of vertekend beeld van) zichzelf terug zien in boeken. Dat maakt het dan weer lastiger om te verklaren waarom vrouwen meer boeken van mannelijke schrijvers lezen – of kijken wij liever naar onszelf door de ogen van de man?
Of heeft het niets van doen met de inhoud? Gaat het enkel en alleen om het geslacht van de schrijver dat ons doet besluiten om een boek te lezen, zoals dat bij de waardering van schrijvers ook gebeurt. En doe ik dat misschien zelf ook?
Ik ga zo nog eens naar mijn boekenkast kijken.