Na een kortsluiting en stroomstoot in bad is Mel Gibson ‘vrouwenfluisteraar,’ want hij hoort wat vrouwen denken. Joggend op straat wordt hij eerst gek van alle gedachten die hem ongecensureerd bereiken. En in bed met een vriendin is het in het begin confronterend, maar al snel begrijpt hij precies wat ze wil. Hij wordt er steeds handiger in. Hij gebruikt ideeën van anderen, gaat anders naar zichzelf kijken, en door al die rondvliegende gedachten redt hij (uiteraard) eventjes een jong meisje dat zelfmoord wilde plegen.
“En precies dat,” schrijft mijn mooie niet zo jonge vriendin op haar kerstkaart, “is hoe ik social media zie. Het heeft voordelen, al die informatie, maar tegelijkertijd, gadverdamme, die bagger van ongefundeerde, impulsieve uitingen!” Ze wordt gek van de stroom van shares, meningen, ideeën, frustraties, feiten en random zichzelf bevestigende onderzoeken die ze dagelijks rinkelend en trillend ontvangt. Ze heeft een digitale burn-out zegt ze, en nee, dat is geen officiële diagnose.
Ze stuurde haar kerstkaart op papier, heel antiek, met de post, want haar mobiel is niet meer. Ze zit in Schotland, in de dichte mist, in het dorp Cathair Chean Tulach (ook wel Kirkintilloch) en daar blijft ze. Totdat ze genezen is van haar digitale burn-out. Heeft geen idee wanneer ze weer terug is, of hoe lang het gaat duren. Waar ze last van heeft?
Ze is getrouwd met haar mobiel, zegt ze, staat ermee op en gaat ermee naar bed, wordt zelfs wakker met haar hand op haar mobiel. En ze ontwikkelde een obsessie met ‘likes.’ Alsof ze niet bestaat zonder ‘likes’, maar iedereen wordt steeds maar openhartiger online, en hoe ver moet je gaan, zegt ze, voor je het weet sta je in je blote kont op Instagram, of ga je bloggen over je poes met Parkinson. Ze heeft niet overal een mening over, zo frustrerend, want wat te sharen, of te liken?
En daarnaast weet ze niet meer wie ze is, alsof ze online een andere persoonlijkheid ontwikkelt dan degene die ze offline in de spiegel ziet. Volgens een bevriende filosoof een gebruikelijk fenomeen, dat ze twijfelt aan alles, want er is nu eenmaal geen enkele waarheid. Volgens haar psycholoog zorgelijk, want die gespletenheid kan duiden op een psychose, en mijn marketeer (en dat klonk verwijtend, alsof ik daar schuld aan was) vindt dat haar merkpersoonlijkheid online sterker is dan haar persoonlijkheid offline, gewoon ‘een dingetje.’ “Ik kan mijn eigen diagnose kiezen,” schrijft ze, “zelfs daar moet ik iets van vinden!”
Voor haar verblijf in Kirkintilloch koos ze een geliefde van vroeger, een grijzende minnaar die haar alleen offline kent. “Want je bent wie je bent, in relatie tot hoe de ander je kent, en liefheeft,” schrijft ze me, “en hij lijkt een beetje op Mel Gibson.” Natuurlijk blijft ze van me houden, zegt ze, ook als ik geen afstand neem van mijn mobiel. “With not likeable love,” schrijft ze, met een hartje op de i’s, en ze wenst me fijne mobielloze dagen, een digivrij Nieuwjaar en een offline succesvol leven.